Iedereen die ooit een rubberplantage heeft gezien, weet hoe adembenemend een groot oppervlakte rubberbomen eruit ziet. Honderden, zo niet duizenden bomen naast elkaar met een bakje om de stam gebonden om het sap in op te vangen. Dit sap bestaat voor uit 33% rubber. Dit wordt gefilterd en met water verdund en vervolgens met een soort zuur behandeld. Uiteindelijk wordt het gedroogd voordat het rubber wordt.
Het eerste gebruik van rubber komt uit Brazilië. Daar hadden ze ontdekt dat dit zwarte goedje kleding waterdicht kon maken. Toen handelsreizigers dit verschijnsel naar Portugal overbrachten, werden ze van tovenarij beschuldigd. Niemand kon geloven dat rubber die eigenschap had.
Vele decennia later zag de Schotse dierenarts John Boyd Dunlop hoe moeilijk zijn zoon vooruitkwam op de driewieler. Hij wilde helpen en plakte verschillende stukken rubber aan elkaar en pompte ze op om het meer verend te maken. De driewieler schoot vooruit en zo was het idee voor een rubberen band geboren. Hij vroeg hier patent op aan en opende snel daarna zijn eerste bandenfabriek.
Dunlop heeft sinds die tijd menige gedaantewisselingen ondergaan. Van bandenfabriek tot specialist in golf- en tennisuitrustingen. Uiteindelijk zijn het de rubberen schoenen en werklaarzen die wij in de schappen zien staan. Maar ook de Dunlop laars heeft sinds de introductie in 1927 de nodige metamorfoses ondergaan. Zo werd de kwaliteit van de laarzen continue verbeterd. Je kunt Dunlop dan ook specialist noemen op het gebied van rubberen laarzen. De zool is schokvrij en de pasvorm is zo gemaakt dat het minder vermoeiend is om deze de hele dag te dragen. De laars van nu, zowel de regenlaarzen, als de snowboots, is comfortabel, beschermend en duurzaam. En je houdt gegarandeerd droge voeten, dus er is niets wat je tegenhoudt om al dansend en zingend door de regen te gaan.